In bepaalde situaties wordt een vorm van ‘afwezigheid’ gelijkgesteld met een overlijden:
- Verklaring van afwezigheid: deze vorm kan door de rechtbank van eerste aanleg uitgesproken worden in twee gevallen. Namelijk, wanneer een persoon meer dan drie maanden niet meer verschijnt in zijn woonplaats of wanneer men van die persoon gedurende minstens drie maanden geen nieuws heeft ontvangen en daaruit onzekerheid voortvloeit over zijn leven of zijn dood.
- Gerechtelijke verklaring van overlijden: deze vorm is bedoeld voor personen waarvan men zekerheid heeft dat de persoon overleden is, maar waarbij het onmogelijk is om hun overlijden vast te stellen.