De heffing is verschuldigd zodra het onroerend goed gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in de inventaris. Zolang de woning niet werd geschrapt uit de inventaris, blijft de heffing, vanaf de datum van de eerste verjaardag van de opname ervan, jaarlijks verschuldigd.
In het laatste kwartaal voorafgaand aan de datum van opname stuurt de inventarisbeheerder een herinneringsbrief waarin hij wijst op:
- het feit dat het pand nog steeds geïnventariseerd is;
- de gevolgen van de verjaardag van de inventarisatie; en
- de mogelijkheid tot schrapping van de inventaris.
Indien de heffing niet wordt opgeschort of is vrijgesteld, wordt vervolgens een aanslagbiljet verstuurd in het kwartaal volgend op het kwartaal waarin de heffing is verschuldigd.