De waarde van de schenkingen van onroerende goederen die plaatsvinden tussen dezelfde partijen binnen een periode van drie jaar worden samengevoegd om het verschuldigde registratierecht te berekenen. Dit noemt men ook wel het ‘progressievoorbehoud’.
Deze maatregel beoogt te vermijden dat men kleine opeenvolgende schenkingen doet die telkens binnen de laagste progressieve tariefschijven blijven.
Het progressievoorbehoud wordt niet toegepast in geval van:
- Een schenking van een roerend goed, gevolgd door een schenking van een ander roerend goed;
- Een schenking van een roerend goed, gevolgd door een schenking van een onroerend goed;
- Een schenking van een onroerend goed, gevolgd door een schenking van een roerend goed.