De onderzoeksrechten waar de fiscale Administratie over beschikt zijn in principe in de tijd beperkt. Twee soorten termijnen kunnen worden onderscheiden, namelijk de gewone en de buitengewone onderzoekstermijn.
De gewone onderzoekstermijn stelt dat de Administratie slechts onderzoek kan voeren gedurende 3 jaar vanaf 1 januari van het jaar waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd waarvoor de belasting is verschuldigd.
Deze gewone onderzoekstermijn kan met 4 jaar worden verlengd in geval van aanwijzingen inzake belastingontduiking. De Administratie moet de belastingplichtige dan wel voorafgaand schriftelijk en nauwkeurig in kennis stellen.
Opgelet! In bepaalde gevallen kunnen beide termijnen worden verlengd of gelden er bijzondere termijnen.