Er zijn twee ‘types’ winst relevant voor de belastbaarheid ervan in België:
(i) Winst verwezenlijkt door een Belgische vaste inrichting. Onder de uitdrukking “Belgische inrichting” wordt verstaan elke vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de beroepswerkzaamheden van een buitenlandse onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend. Let wel: bepaalde winst is vrijgesteld!
(ii) Winst verwezenlijkt zonder Belgische vaste inrichting. Het gaat om winst die voortkomt uit:
- De vervreemding of de verhuring van in België gelegen onroerende goederen of uit de vestiging of de overdracht van een recht van erfpacht of van opstal of van gelijkaardige onroerende rechten
- In België gedane verrichtingen van buitenlandse verzekeraars die er gewoonlijk andere contracten dan herverzekeringscontracten inzamelen
- Werkzaamheden uitgeoefend door een niet-inwoner in een Belgische inrichting waarover een andere niet-inwoner beschikt, of uit de uitoefening door die niet-inwoner van een opdracht of van functies bestuurder, zaakvoerder of van vereffenaar of van gelijksoortige functies in een binnenlandse vennootschap
- De hoedanigheid van vennoot in vennootschappen, samenwerkingsverbanden of verenigingen die fiscaal worden geacht verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid te zijn