In de volgende gevallen is men geen planbatenheffing verschuldigd:
- De bestemmingswijziging heeft niet tot gevolg dat nu een omgevingsvergunning verkregen kan worden die vóór de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) of bijzonder plan van aanleg niet verkregen kon worden;
- De bestemmingswijziging betreft minder dan 25 % van het perceel;
- De bestemmingswijziging betreft een perceelsgedeelte van minder dan 200 m2;
- Het RUP of bijzonder plan van aanleg treedt in werking om te voldoen aan de verplichting tot planschadevergoeding;
- Een perceel waar een zonevreemde, hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte woning op staat krijgt een voor woning geëigende bestemming ten gevolge van het RUP of bijzonder plan van aanleg;
- Wanneer een perceel, begrepen in een niet-vervallen verkaveling, bestemd voor woningbouw, een voor woningbouw geëigende bestemming krijgt ten gevolge van het plan;
- Een perceel waar een zonevreemd, hoofdzakelijk vergund en niet-verkrot bedrijf op staat dat ten gevolge van een RUP of bijzonder plan van aanleg de bestemming van bedrijvigheid krijgt;
- Wanneer het perceel waarop de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, dan wel het bijzonder plan van aanleg, zonevreemde, hoofdzakelijk vergunde en niet-verkrotte gebouwen of terreinen voor sport-, recreatie- en jeugdactiviteiten gelegen of gevestigd zijn, een voor deze activiteiten geëigende bestemming krijgt ten gevolge van het plan;
- Een perceel dat opgenomen is in een grondruilplan
Indien voldaan is aan bepaalde voorwaarden is men uitgezonderd van planbatenheffing in geval van onteigening of overdacht in der minne ten algemenen nutte.