De belasting is over het ganse jaar verschuldigd wanneer het toestel in de loop van het eerste kwartaal wordt opgesteld. Slechts 3/4, 1/2 of 1/4 ervan zijn verschuldigd naargelang de opstelling in de loop van het tweede, het derde of het vierde kwartaal geschiedt.
De belasting moet betaald worden in het gewest waarin het toestel wordt opgesteld.
De betaling geschiedt bij de door de administratie belast met de inning en de invordering van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen aangeduide ontvanger, ofwel vóór de opstelling van het toestel, ofwel vóór 1 januari van het aanslagjaar, zo het toestel op die datum opgesteld is.