Om te kunnen genieten van de DBI-aftrek dienen drie basisvoorwaarden te zijn voldaan:
1) De ontvangen sommen kwalificeren als ‘dividenden’.
2) Kwantitatieve voorwaarde: de aandelen worden gehouden als ‘deelneming’. Cumulatief dient de vennootschap-aandeelhouder op datum van toekenning of betaalbaarstelling van dividend te voldoen aan drie voorwaarden:
- De vennootschap-aandeelhouder bezit een deelneming in het kapitaal van ten minste 10 % of met een aanschaffingswaarde van ten minste 2.500.000 EUR
- De aandelen moeten gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden aangehouden zijn of worden
- De aandelen worden aangehouden in volle eigendom
Let op: voor beleggingsvennootschappen en intercommunales geldt regel van de minimumdeelneming van 10 %/2.500.000 EUR niet.
3) Kwalitatieve voorwaarde: taxatievoorwaarde. De wet formuleert in dit geval situaties waarbij niet voldaan is aan deze voorwaarde. Het gaat bijvoorbeeld om dividenden van vennootschappen die niet onderworpen zijn aan vennootschapsbelasting, of die gevestigd zijn in een belastingparadijs.