Het Hof van Beroep te Gent oordeelde op 12 maart 2013 en 16 april 2013 dat de belasting op tweede verblijven van de gemeente Koksijde strijdig is met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel.
De gemeente Koksijde motiveert haar belasting op tweede verblijven op grond van het feit dat het gemeentebestuur jarenlange inspanningen doet om het openbaar domein te verfraaien, zodat de aantrekkelijkheid van de badplaats vergroot; dat die investeringen in het openbaar domein en in de groenaanplantingen voornamelijk te situeren zijn in de zones waar de meeste tweede verblijven gesitueerd zijn; dat bovendien de niet-permanent bewoonde eigendommen aanleiding geven tot een grotere zorg voor de veiligheid en de openbare ruimte, hetgeen ook zijn financiële weerslag op de gemeentebegroting heeft.
Het Hof oordeelt dat er op zich geen objectieve reden is om dergelijke kosten uitsluitend ten laste van de eigenaars van tweede verblijven te leggen. Zowel de verfraaiing van de badplaats als de zorg voor de veiligheid en de open ruimte op het grondgebied van de gemeente komen ten goede aan allen die zich op het grondgebied van de gemeente bevinden.
Het uitsluitend belasten van de eigenaars van tweede verblijven kan verantwoord zijn om een onevenwicht weg te werken wat betreft de geleverde bijdragen van vaste inwoners en van eigenaars van tweede verblijven.
Wat betreft de gemeente Koksijde is er evenwel geen onevenwicht. De vaste inwoners dragen immers niet meer bij dan eigenaars van tweede verblijven daar de gemeente Koksijde geen aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting heft.
Het Hof beveelt de volledige ontheffing van de aanslagen.
Het wordt met andere woorden niet getolereerd dat een gemeente op discriminerende wijze haar eigen inwoners fiscaal met rust laat en de eigenaars van tweede verblijven belast.
Deze uitspraken tonen aan dat de belasting op tweede verblijven nog steeds actueel is.
Het kantoor blijft ter beschikking om verdere uitleg hieromtrent te verschaffen.