De fiscale Administratie beschikt over de mogelijkheid om een rechter een dwangsom te laten opleggen wanneer een belastingplichtige weigert om informatie door te geven. Deze stelling vindt steun in een recent arrest d.d. 16 juni 2015 van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM).
Op basis van artikel 6 van het EVRM inzake het recht op een eerlijk proces – dat tevens het zwijgrecht omvat – heeft men het recht om zichzelf niet te beschuldigen. Dit recht komt volgens het EHRM niet in het gedrang wanneer men aan de belastingplichtige vraagt om informatie vrij te geven over zijn financiële toestand in het kader van het doorvoeren van een correctie op zijn aangifte. Dit is namelijk een wijdverspreide manier van werken die volgens het Hof door belastingadmininstraties in alle lidstaten wordt toegepast.
Anders is het wanneer er sprake is van het opleggen van een administratieve boete met een strafrechtelijk karakter of van een strafrechtelijke vervolging (EHRM 5 april 2012, Chambaz t. Zwitserland, n° 11663/04). In die specifieke gevallen kan de belastingplichtige niet worden verplicht om informatie te leveren die tot zelfincriminatie zou leiden.
Het EHRM oordeelde in dit recent arrest dat een dwangsom kan worden opgelegd als drukkingsmiddel om informatie te leveren aan de belastingadministratie. De rechten van de belastingplichtige, meer bepaald het recht om zichzelf niet te beschuldigen, wordt voldoende beschermd doordat de Nederlandse Hoge Raad preventief onderschreef dat de informatie niet mag worden gebruikt voor het opleggen van administratieve boete of een strafrechterlijke vervolging. Het Hof is dan ook niet van oordeel dat er sprake is van een schending van artikel 6 van het EVRM in dergelijke situaties.
LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten volgen de ontwikkelingen op de voet en blijven ter beschikking voor alle vragen en/of opmerkingen hieromtrent.