De aftrek voor risicokapitaal, ook wel notionele intrestaftrek genoemd, is een maatregel waarmee de ondernemingen onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting een aftrek van hun belastbaar inkomen kunnen toepassen in de vorm van een fictieve rente die wordt berekend op basis van hun eigen vermogen. Het voornaamste doel van de maatregel is het verminderen van de fiscale discriminatie tussen financiering met vreemd vermogen en financiering met eigen vermogen.
Het eigen vermogen is de basis voor de berekening van de aftrek voor risicokapitaal. Voor de bepaling van het eigen vermogen dient er enkel rekening gehouden te worden met de specifiek aan de Belgische inrichting van de buitenlandse vennootschap toegewezen schulden. De fiscale Administratie was van oordeel, onder verwijzing naar de circulaire van 9 oktober 2008, dat niet enkel de schulden die specifiek op de Belgische inrichting betrekking hebben, van de boekwaarde van de activa van de Belgische inrichting moeten worden afgetrokken, maar ook een deel van het bedrag van de niet-specifieke schulden, meer bepaald het bedrag van de niet-specifieke schulden vermenigvuldigd met de breuk ((boekwaarde activa van de Belgische inrichting)/ (boekwaarde van het geheel van de activa van de vennootschap)).
Het Hof van Beroep te Gent besluit, tegen de circulaire in, dat de fiscale wetgever het principe blijkt te hanteren dat voor de samenstelling van het eigen vermogen van de inrichting van een vennootschap uit een andere Staat voor de berekening van de aftrek voor risicokapitaal, enkel rekening gehouden wordt met de specifiek aan de inrichting toegewezen schulden en niet met (een deel van) de niet-specifieke schulden.
LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten volgen de ontwikkelingen op de voet en blijven ter beschikking voor alle vragen en/of opmerkingen hieromtrent.