De derde pensioenpijler waarbij men zelf vrijwillig inkomensvoorzieningen kan aanleggen wordt steeds populairder. Niet enkel de bekommernis omtrent de betrouwbaarheid en de hoogte van de wettelijke pensioenen maar ook de fiscale voordelen die men binnen de zogenaamde derde pijler kan genieten, spelen hierbij een rol. Nochtans is er momenteel heel wat onduidelijkheid over hoe het verder zal gaan met deze voordelige fiscale behandeling. Er verschenen de voorbije weken dan ook enkele verontrustende nieuwsberichten hierover. Hoog tijd om even duidelijkheid te scheppen.
De regering besloot in het zomerakkoord om het plafond voor pensioensparen op te trekken van 940 naar 1.200 EUR. Dit lijkt op het eerste zicht een goede zaak, maar hiermee is de kous niet af. De woordvoerder van het kabinet Financiën verduidelijkte dat beide grensbedragen zullen voortbestaan. Wie zich aan dat eerste plafond van 940 EUR blijft houden, blijft ook de fiscale aftrek van 30 procent van het gestorte bedrag behouden. Wie daarentegen gebruik wil maken van het hogere plafond en volgend jaar een bedrag tussen 940 en 1.200 EUR wil storten, zal slechts 25% op het volledige bedrag mogen aftrekken.
Dit zorgt voor de vreemde slotsom dat men bij een storting tussen de 940 en 1.128 EUR een kleiner fiscaal voordeel krijgt dan bij een storting onder de 940 EUR. Fiscaal gezien lijkt een hogere storting dus weinig interessant als die niet eerder naar het maximum van 1.200 EUR zal neigen… Als belastingplichtige zou u ten slotte zelf jaarlijks de keuze krijgen welk plafond u wil gebruiken, u hierbij goed informeren is dus de boodschap!
Contacteer LAUWERS & SEUTIN fiscale advocaten voor al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.