Een boekhouding is op fiscaal vlak bewijskrachtig indien ze voldoet aan drie principes: juistheid, oprechtheid en controleerbaarheid.
De Administratie zal dus nog altijd gehouden zijn door de boekhouding indien deze slechts vormfouten bevat. Indien de fouten verder gaan dan loutere vormfouten, zal de boekhouding toch bewijskrachtig zijn indien ze gestaafd is door verantwoordingsstukken en het geheel voldoende controleerbaar, oprecht en juist is om de belastbare inkomsten te bepalen.