Ingevolge de Programmawet van 1 juli 2016 worden de bevoegdheden van de fiscale Administratie in aanzienlijke mate uitgebreid. Eén van de spraakmakendste wijzigingen is de uitbreiding van de bijzondere aanslagtermijn in geval van inlichtingen verkregen van een buitenlandse autoriteit.
De vertrouwde (“oude”) regeling bepaalt dat de fiscale administratie in een aantal gevallen een (aanvullende) aanslag mag vestigen, zelfs na het verstrijken van de gewone aanslagtermijn van drie jaar of de buitengewone aanslagtermijn van zeven jaar. Dit is onder meer het geval bij een controle of een onderzoek door de bevoegde autoriteit van een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag gesloten heeft, uitwijst dat belastbare inkomsten in België niet werden aangegeven in de loop van één van de vijf jaren vóór het jaar waarin de resultaten van die controle of dat onderzoek ter kennis van de Belgische fiscale Administratie werden gebracht. Deze bijzondere aanslagtermijn is geen onderzoekstermijn. Bijgevolg kan de fiscale Administratie geen bijkomend onderzoek meer doen als de onderzoekstermijn (3 of 7 jaar) is verstreken. De Belgische fiscale Administratie is dan ook afhankelijk van de gegevens die door de buitenlandse autoriteit worden verstrekt.
De nieuwe programmawet breidt de termijn waarvoor de fiscale Administratie alsnog een aanslag kan vestigen uit naar zeven jaar in geval van fraude. De aanwijzingen van de fraude moeten dan wel door de fiscale Administratie aan de hand van een kennisgeving aan de belastingplichtige worden meegedeeld. Bovendien zal de bijzondere aanslagtermijn van toepassing zijn voor alle buitenlandse inlichtingen. Dit houdt in dat de maatregel betrekking heeft op alle vormen van internationale gegevensuitwisseling. Denken we hierbij onder meer aan gegevens die worden doorgegeven op basis van de Common Reporting Standard, FATCA, de Bijstandsrichtlijn, Tax Information Exchange Agreements, EU-richtlijnen..
Er wordt ook een nieuwe bijzondere aanslagtermijn ingevoerd voor wanneer er nog belastingen verschuldigd zijn na een procedure van onderling overleg in toepassing van een dubbelbelastingverdrag of na een arbitrageprocedure in toepassing van het Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen.
Daarenboven voert de programmawet ook een nieuwe onderzoekstermijn in. De nieuwe onderzoekstermijn laat de fiscale Administratie toe om bijkomend onderzoek te doen, zelfs indien de gewone onderzoekstermijnen zijn verstreken, met betrekking tot maximaal vijf of zeven jaar voor het jaar waarin de buitenlandse gegevens ter kennis zijn gebracht. De fiscale Administratie beschikt over een termijn van 24 maanden om het onderzoek te verrichten, te rekenen vanaf de datum waarop de fiscale Administratie kennis krijgt van de buitenlandse gegevens.
De bijkomende, bijzondere aanslagtermijn is van toepassing vanaf het aanslagjaar 2017. Al de overige bepalingen treden evenwel al vanaf 14 juli 2016 in werking!
Noteer alvast in uw agenda dat de Lauwers Academy een uiteenzetting organiseert in oktober 2016 om de gevolgen van de nieuwe Programmawet voor u gedetailleerd in kaart te brengen .
LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten zullen al uw concrete vragen hieromtrent beantwoorden.