De notionele interest is een fictieve interest berekend op het eigen vermogen van een vennootschap. De aftrek is niet onderworpen aan enige voorwaarde, uitkering, reservering of investering. In 2019 bedroeg de notionele interest 0,746% voor vennootschappen anderen dan KMO’s wordt dit verhoogd met 0,5%.
De belastingberekening is gewijzigd in de laatste hervorming van de vennootschapsbelasting. Het risicokapitaal dat in rekening dient te worden genomen is nu beperkt tot de gemiddelde verhoging van de eigen middelen gedurende een periode van vijf jaar.
Het risicokapitaal is nu gelijk aan 1/5 van het positieve verschil tussen het gecorrigeerd eigen vermogen op het einde van het huidige boekjaar en dat van het vijfde voorafgaande boekjaar (205ter, §§1er, 2 et 3 WIB/92).
In het geval een vennootschap minder dan 5 jaar oud is, is de waarde die in rekening moet worden genomen 0. Eens de belastingbasis berekend is, kan het tarief daarop worden toegepast, hetgeen nogmaals de aftrekbare som vermindert.
We verwijzen tevens naar een recent arrest van het Hof van Justitie over Brussels Securities, waarin het Hof de prioritaire aftrek van definitief belaste inkomsten tegenover de aftrek voor risicokapitaal die niet ad eternam overdraagbaar zijn, veroordeelt.
Vroeger konden de KMO’s kiezen tussen de aftrek van de investeringsreserve en de aftrek risicokapitaal (205 novies WIB/92). De schrapping van de investeringsreserve regelt deze kwestie (art. 31 de la loi du 25 décembre 2017).