In gerechtelijke procedures wordt aan de in het gelijk gestelde partij een forfaitaire tegemoetkoming toegekend in de kosten en erelonen van zijn advocaat, de rechtsplegingsvergoeding genaamd. Het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding wordt aan de hand van de waarde van de vordering bepaald.
Recentelijk werd door de wetgever gesteld dat er geen rechtsplegingsvergoeding ten laste van de Staat kan worden opgelegd indien een publiekrechtelijke rechtspersoon in het algemeen belang als partij optreedt in een geding. Concreet betekent dit dat de fiscale Administratie in een fiscaal geding geen rechtsplegingsvergoeding voor de advocatenkosten van de belastingplichtige zal moeten betalen als de belastingplichtige door de rechter in het gelijk wordt gesteld. Maar wanneer de belastingplichtige in het ongelijk wordt gesteld, zal deze wel nog steeds rechtsplegingsvergoeding aan de fiscale Administratie dienen te betalen (weliswaar als de fiscale Administratie niet door een eigen ambtenaar maar door een advocaat wordt vertegenwoordigd, daar de vergoeding geldt om de advocatenkosten te compenseren).
De Koning dient de datum van inwerkingtreding te bepalen van deze wijziging. Vanaf de inwerkingtreding zal deze wijziging van toepassing zijn op alle hangende zaken.
De wijziging roept een groot onevenwicht in het leven tussen de belastingplichtige en de fiscale Administratie. Daarom is het maar de vraag of deze wijziging het gelijkheidsbeginsel niet schendt.
Het Advocatenkantoor Thierry Lauwers volgt dit op de voet en blijft ter beschikking voor alle vragen en/of opmerkingen hieromtrent.