Bij aanwijzingen van fraude beschikt de fiscale Administratie over een verlengde onderzoekstermijn van zeven jaar. Het Wetboek Inkomstenbelasting bepaalt dat de fiscale Administratie dan wel eerst de belastingplichtige in kennis moet stellen. De fiscale Administratie, evenals de meerderheid van de rechtsspraak en rechtsleer, was van mening dat de voorafgaande kennisgeving enkel vereist is als hij een onderzoek wil starten bij de belastingplichtige zelf. Een voorafgaande kennisgeving zou niet nodig zijn als de fiscale Administratie bij derden op zoek gaat naar bijkomende informatie over de belastingplichtige.
Het Hof van Cassatie oordeelde nu echter dat voor onderzoeksdaden tijdens de verlengde termijn er altijd een voorafgaande kennisgeving van de aanwijzingen van fraude aan de belastingplichtige vereist is. Wie ook de persoon is bij wie de onderzoeken plaats vinden. Dus als de fiscale Administratie een onderzoek wil doen bij een overheidsdienst, moet hij de belastingplichtige eerst in kennis stellen van de aanwijzingen van belastingontduiking.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.
