Het Grondwettelijk Hof publiceerde onlangs een arrest over het fiscaal statuut van de intercommunales.
Het Hof diende zich uit te spreken over de grondwettigheid van de belastingvrijstelling van de intercommunales. Deze vrijstelling is verankerd in artikel 26 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales, dat voorziet dat “de intercommunales vrijgesteld zijn van alle belastingen ten gunste van de Staat, evenals van alle belastingen ingevoerd door de provincies, de gemeenten of enig andere publiekrechtelijke persoon.”
De Rechtbank van Eerste Aanleg van Waals-Brabant stelde een prejudiciële vraag inzake de grondwettigheid van artikel 26 indien het in die zin moet worden gelezen dat het elke vorm van belasting van de intercommunales uitsluit, zelfs in het geval van commerciële activiteiten in rechtstreekse concurrentie met de privésector.
Het Hof onderzoekt bijgevolg de ratio legis van deze belastingvrijstelling. Ze merkt op dat de wetgever beoogt te vermijden dat de intercommunales worden belast op activiteiten waarvoor de gemeente zelf niet zou worden belast. De wetgever wenst de gemeenten en de intercommunales aan hetzelfde fiscaal regime te onderwerpen aangezien ze allebei activiteiten uitoefenen die bijdragen tot de realisatie van maatschappelijke doelen.
Het Hof stelt dat de intercommunales voor bepaalde activiteiten die ze uitoefenen in rechtstreekse concurrentie kunnen treden met de privésector. Niettegenstaande profiteert de privésector niet mee van deze belastingvrijstelling.
Het Hof besluit dat: “Aldus geïnterpreteerd dat het elke vorm van belasting van de intercommunales, met betrekking tot commerciële activiteiten die rechtstreeks concurreren met de privésector, uitsluit, schendt artikel 26 van de wet van 22 december 1986 betreffende de intercommunales de artikelen 10, 11 en 170 van de Grondwet”.
De vrijstelling van belastingen die het mogelijk maakt voor intercommunales die commerciële activiteiten uitoefenen, een voordeel te verkrijgen ten opzichte van de private sector is ongrondwettelijk. Er moeten bijgevolg consequenties getrokken worden uit dit arrest.
Het is meer dan ooit tijd om een specialist te raadplegen met het oog op het instellen van een coherent fiscaal beleid binnen de intercommunales en om de negatieve gevolgen van het desbetreffende arrest te beperken.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten om hiervoor een afspraak te maken.