De Vlaamse Regering wil de regeling van het zogenaamde ‘klein beschrijf’ hervormen.
Het klein beschrijf is gelinkt aan het kadastraal inkomen (KI) van een woning. Het is vastgesteld in 1975, op basis van de toenmalige huurinkomsten. Ondertussen werd het kadastraal inkomen geïndexeerd, doch een algemene herziening bleef uit.
Het huidig regime laat toe in bepaalde gevallen een woning te kopen aan het gunsttarief van 5% in plaats van 10%. De voorwaarde opdat deze regeling zou kunnen toegepast worden, is dat het onroerend goed een ‘bescheiden karakter’ dient te hebben. Dit betekent dat het kadastraal inkomen een bepaald maximum – te weten, 745 euro – niet mag overschrijden.
Aangezien het kadastraal inkomen reeds geruime tijd geen realistische waardemeter meer vormt, is een tariefkorting op registratierechten op basis van een dergelijke huurwaarde eigenaardig. Het is dan ook aangewezen dat men een criterium zou gebruiken dat meer toegesneden is op de functie die het klein beschrijf in deze huidige maatschappij dient te vervullen.
Er wordt daarbij onder meer gedacht aan een alternatieve regeling die gebaseerd zou zijn de verkoopprijs, de specifieke kenmerken van het pand, de oppervlakte en/of het profiel van de koper. Daarbij kan ook Nederland als voorbeeld dienen. Om de hoogte van bepaalde belastingen te bepalen werken ze daar met de zogenaamde WOZ-waarde. Dit is de waarde die de gemeente aan een onroerend goed toemeet op basis van de Wet waardering onroerende zaken.
Maar ondertussen wordt er ook aan een andere oplossing gedacht, namelijk het volledig afschaffen van het klein beschrijf. Dit zou dan resulteren in een globaal lager tarief van de registratierechten voor iedereen. Een verhoging van het vrijgestelde bedrag in de registratierechten behoort daarbij ook tot de mogelijkheden.
Het valt dus af te wachten voor welke concrete uitwerking de Vlaamse Regering zal kiezen.
Het Advocatenkantoor Th. Lauwers volgt dit alvast op de voet en blijft ter beschikking voor alle vragen die u hieromtrent heeft.