Het Hof van Cassatie interpreteerde het begrip “door toedoen van de overheid” zeer eng. Het Hof stelde dat dit een fout van de overheid vereist. Recentelijk ging de rechtbank te Luik tegen deze stelling in.
Het wetboek inkomstenbelasting stipuleert dat de baten die slaan op prestaties die over een langere duur dan twaalf maanden zijn geleverd en die «door toedoen van de overheid» niet betaald zijn in het jaar van de prestaties, maar later in éénmaal worden uitbetaald, afzonderlijk belast worden (als dat voordeliger is). Dit geldt voor het deel dat de periode van twaalf maanden overtreft .
Ingevolge de interpretatie van het Hof van Cassatie is een voordelige afzonderlijke belasting van onder andere laattijdig uitbetaalde pro-deovergoedingen uitgesloten daar de vertraging te wijten is aan de normale uitbetalingsprocedure en niet aan een fout.
Er kan verdedigd worden dat het Hof van Cassatie op die manier een voorwaarde toevoegt aan de wet. Bovendien is de betreffende bepaling in de wet duidelijk en behoeft deze geen verdere interpretatie. Zo oordeelde ook de rechtbank van eerste aanleg te Luik. De rechtbank stelde dat er in de wet duidelijk staat “door toedoen van”, niet “door de fout van”. Uit de wettekst blijkt niet dat er sprake moet zijn van nalatigheid van de overheid.
De rechtbank ging nog enigszins verder en suggereerde dat er in de interpretatie van de fiscale Administratie sprake kan zijn van discriminatie daar er op die manier een onderscheid wordt gemaakt tussen geïnstitutionaliseerde en toevallige vertragingen. Maar beide situaties moeten gelijk behandeld worden daar het effect gelijk is voor de persoon die op zijn betaling moet wachten.
Het Advocatenkantoor Thierry Lauwers blijft ter beschikking voor alle vragen en/of opmerkingen hieromtrent.