De Raad van de Europese Unie stelde recentelijk twee nieuwe verordeningen vast om uniformiteit te creëren in grensoverschrijdende situaties op het vlak van het (huwelijks)vermogensrechtelijke regime. Deze verordeningen hebben betrekking op gehuwden en geregistreerde partners in grensoverschrijdende situaties. De verordeningen hebben uitwerking vanaf 29 januari 2019.
Verschillen de echtgenoten van nationaliteit of wonen zij bijvoorbeeld in het buitenland, dan rijst de vraag welk recht hun huwelijksvermogensregime beheerst. Alle achttien lidstaten waar de verordening zal gelden, zullen dezelfde conflictregels toepassen.
Het principe is dat koppels hun geschil aanhangig kunnen maken bij de rechtbank van hun gewone verblijfplaats. Koppels kunnen hier bij onderling akkoord van afwijken.
Wat het toe te passen recht betreft, kunnen de regels als volgt worden samengevat. Hebben de echtgenoten geen rechtskeuze uitgebracht, dan geldt voor hen het recht van het land waar zij zich na hun huwelijk hebben gevestigd. Blijven zij in verschillende landen wonen, dan is het recht van hun gemeenschappelijke nationaliteit van toepassing. Ontbreekt ook die, dan geldt het recht waarmee de echtgenoten de nauwste band hebben. In het kader van estate planning verdient het natuurlijk aanbeveling om zelf het toepasselijke recht vast te leggen. De keuzemogelijkheden zijn evenwel beperkt tot het recht van de gewone verblijfplaats of de nationaliteit van een van de partners.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.