De personen die bepalingen van het BTW-Wetboek hebben overtreden en dit met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, zijn allen hoofdelijk gehouden tot betaling van de ontdoken BTW. Dit betekent dat de BTW-administratie de ontdoken belasting bij elk van deze personen mag verhalen. Dit ongeacht of de persoon in kwestie dader, mededader of medeplichtige is.
Het Hof van Beroep te Brussel diende zich recentelijk uit te spreken over de vraag of zo’n medeplichtige uitstel van betaling kan vragen op basis van het gemeen recht. Het Hof diende in deze na te gaan of er kan worden afgezien van de dwingende betalingstermijnen van het BTW-Wetboek. Er werd geoordeeld van wel, daar de medeplichtige wel hoofdelijk gehouden is voor de ontdoken BTW maar daarom nog niet kan worden aanzien als de BTW-plichtige.
In de besproken zaak legde het Hof van Beroep te Brussel vervolgens een afbetalingsplan vast a rato van 100 EUR per maand. Zo mag de medeplichtige de totale BTW-schuld in meer dan 500 jaar afbetalen. Uit dit arrest blijkt opnieuw het belang van een goede verdediging in rechtszaken.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.