Het Europees Hof van Justitie diende zicht recentelijk uit te spreken over de volgende, folkloristische zaak met verregaande gevolgen. Een Tsjechische dame exploiteert een renpaardenstal om haar eigen paarden en de paarden van derden voor te bereiden op wedrenwedstrijden. De vraag stelt zich of het verkregen prijzengeld moet worden beschouwd als de vergoeding van een dienst bestaande uit de terbeschikkingstelling van dat paard aan de wedrenorganisatie. Het Europees Hof van Justitie oordeelde van niet.
Deze op het eerste zicht eenvoudige zaak, heeft verregaande gevolgen. Het Hof bepaalde dat indien een dienst alleen wordt vergoed door een onzekere tegenprestatie die afhankelijk is van het succes van de dienstverrichter, dit geen dienst onder bezwarende titel betreft. Bijgevolg valt deze dienst buiten de werkingssfeer van de BTW. Dit betekent meteen dat de dienstverrichter niet kan genieten van het recht op aftrek van de BTW op de aankoop van de goederen en diensten gedaan met het oog op de te verrichten dienst.
Deze situatie is echter te onderscheiden van deze waarin de dienstverrichter naast de prestatiegebonden vergoeding, ook een vaste vergoeding als tegenprestatie verkrijgt. Deze tweede situatie betreft dan volgens het Hof wel de tegenprestatie van een dienst. Dat de werkelijk ontvangen vergoeding in deze tweede situatie gering kan zijn, heeft geen invloed op het recht op aftrek van de BTW.
Uit dit arrest volgt dat indien de tegenprestatie voor de prestaties louter bestaat in prestatiegebonden vergoedingen (bijvoorbeeld succes fees), het recht op aftrek van de BTW in ernstige mate in het gedrang komt. Een dergelijke vergoedingsregeling komt in de praktijk onder meer voor bij vastgoedmakelaars.
Laat uw situatie tijdig onderzoeken teneinde onaangename verrassingen te voorkomen.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.