Het Hof van Beroep te Gent diende zich in een arrest dd. 25 juni 2013 uit te spreken inzake de vermeende onrechtmatigheid van onderzoekshandelingen gesteld in het kader van de BTW – wetgeving (artikel 60 t.e.m. 63 WBTW).
Ter gelegenheid van plaatsbezoeken op de zetel van de vennootschap werden een aantal boekhoudkundige documenten, alsook kopie van de geïnformatiseerde gegevens meegenomen voor nazicht op het kantoor van de administratie. In afwezigheid van de organen van de vennootschap werden deze gegevens verschaft door de secretaresse.
De vennootschap stelt dat de betrokken gegevens door de administratie op onrechtmatige wijze werden bekomen. Er wordt opgeworpen dat de bevoegde organen van de vennootschap niet aanwezig waren op het ogenblik van het plaatsbezoek en dat de secretaresse geen toestemming mocht geven.
Het Hof kan de stelling van de belastingplichtige niet bijtreden. Het feit dat de secretaresse toegang had tot de gevraagde gegevens duidt er immers op dat zij over de nodige machtigingen beschikte om deze gegevens effectief te raadplegen en mede te delen. Een rechtmatige controle kon dan ook geschieden zonder toestemming van de vennootschapsorganen.
Het Hof verwijst voorts nog naar artikel 63 WBTW. Deze wettelijke bepaling komt erop neer dat de ambtenaren het recht hebben om na te gaan welke boeken en stukken zich bevinden in de ruimten waar de activiteit wordt uitgeoefend alsook de boeken en de stukken die zij er aantreffen te onderzoeken, zonder voorafgaand om de voorlegging van die boeken en stukken te moeten verzoeken.
Wij blijven ter beschikking om uw vragen en opmerkingen hieromtrent te beantwoorden.
