Het Hof van Cassatie heeft in een recent arrest geoordeeld dat bij de snelle verkoop van gebouwen die niet past binnen het normaal beheer van een privévermogen, en waarvan de opbrengst als een ‘divers inkomen’ aan te merken is, niet de specifieke regeling inzake meerwaardebelasting bij snelle verkoop van gebouwen van toepassing is, aan een tarief van 16, 5 %, maar wel de algemene regeling inzake ‘occasionele winsten en baten’ aan een tarief van 33 %.
Wanneer een gebouw wordt verkocht binnen de 5 jaar na de aankoop ervan is zulke verkoop in principe onderworpen aan een afzonderlijke aanslag van 16, 5 % op de gerealiseerde meerwaarde op grond van artikel 90 lid 1, 10° WIB.
Wanneer echter zulke verkoop niet kadert binnen het normaal beheer van privévermogen omdat er bijvoorbeeld sprake is van een speculatief inzicht of een verkoop aan een abnormaal hoge prijs, heeft volgens het Hof van Cassatie artikel 90 lid 1, 1° WIB voorrang en wordt de meerwaarde belast aan een tarief van 33 %. De voorwaarde is uiteraard dat zulke verkoop kadert buiten de beroepssfeer.
Deze cassatierechtspraak heeft jammer genoeg een stuk rechtszekerheid aan de belastingplichtigen ontnomen. Er zal vanaf nu dus steeds een case by case-analyse nodig zijn om de concrete omstandigheden na te gaan waarbinnen de verkoop werd verricht om het toepasselijk belastingregime te kunnen achterhalen.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten voor al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.