De drie gewesten voorzien in een eigen gunstregeling inzake schenkings- en successierechten als de schenkingen en overdrachten bij overlijden betrekking hebben op familiebedrijven. Vanaf 1 januari 2017 geldt er een vernieuwde gunstregeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Wat meteen opvalt is dat de vernieuwde Brusselse regeling in grote mate is afgestemd op de Vlaamse regeling.
Ingevolge deze vernieuwde gunstregeling kunnen aandelen van een familiale vennootschap of activa van een familiale onderneming vrij van schenkingsrechten worden geschonken en aan een verlaagd tarief van successierechten worden vererfd (dit betreft een tarief van 3% in rechte lijn en tussen partners of 7% tussen andere personen). Om van de gunstregeling te kunnen genieten, moeten aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Deze voorwaarden worden hieronder kort belicht.
De participatievoorwaarde houdt in dat dat de schenker/erflater samen met zijn familie ten tijde van de schenking dan wel ten tijde van het overlijden volle eigenaar moet zijn van ten minste 50 % van de aandelen. Al volstaat een participatie van 30 % van de aandelen indien de schenker/erflater samen met zijn familie, met één andere aandeelhouder en diens familie ten minste 70 % van de aandelen in volle eigendom bezit. Of samen met twee andere aandeelhouders en hun families ten minste 90 % van de aandelen in volle eigendom bezit.
De activiteitsvoorwaarde houdt in dat de onderneming of de vennootschap een nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit, dan wel een vrij beroep tot doel moet hebben en uitoefenen. Passieve holdingvennootschappen kunnen in aanmerking komen indien zij minstens 30 % van de aandelen bezit in een actieve dochtervennootschap met zetel in de Europese Economische Ruimte. Enkel de waarde van de participaties van de holding in de actieve dochtervennootschap met zetel in de EER komt dan in aanmerking voor de vrijstelling/ het verlaagd tarief.
Er is een reële economische activiteit vereist om van de gunstregeling te kunnen genieten. Ook dit betreft een overname van de Vlaamse regeling.
Ingevolge de nieuwe regeling komen ook overdrachten in blote eigendom en in vruchtgebruik in aanmerking voor de gunstregeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De voorwaarde dat het familiebedrijf diende te voldoen aan de KMO-criteria wordt niet langer weerhouden. Ook grote familiebedrijven kunnen voortaan van de gunstregeling genieten.
In tegenstelling tot met de Vlaamse regeling legt de vernieuwde Brusselse regeling de begunstigden een attesteringsplicht op. Meer bepaald moeten de begunstigden een attest toevoegen aan de schenkingsakte of aangifte van nalatenschap om van de gunstregeling te kunnen genieten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het Vlaams Gewest kan er facultatief een test-attest aangevraagd worden.
Ook de vernieuwde Brusselse regeling bepaalt dat bepaalde voorwaarden gedurende 3 jaar na de schenking en het overlijden moeten voldaan blijven om de gunstregeling te behouden. Voorheen betrof dit een termijn van 5 jaar. Een belangrijk verschil met de Vlaamse regeling is dat de nieuwe Brusselse regeling vereist dat dezelfde activiteit wordt behouden gedurende 3 jaar. De Vlaamse regeling vereist enkel dat een kwalificerende activiteit wordt verdergezet.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.