Skip to main content

Zoals geweten is het tarief van de schenkbelasting voordeliger als dat van de successierechten. Een schenking van roerende goederen is in principe onderworpen aan schenkbelastingen. Indien de schenking ter registratie wordt aangeboden zijn er geen successierechten meer verschuldigd op het moment dat de schenker komt te overlijden. Als de schenking niet geregistreerd werd en dus kosteloos in het bezit is van de begunstigde, geldt het principe dat als de schenker komt te overlijden binnen de drie jaar na de schenking, de geschonken goederen geacht worden deel uit te maken van zijn nalatenschappen. In dit geval zullen er successierechten verschuldigd zijn.

Voor de geldigheid is er volgens het burgerlijk recht (Art 931) een notariële akte nodig voor een schenking. Een schenking bij onderhandse akte zou namelijk nietig zijn.

In uitzonderlijke situaties wordt een schenking uitgevoerd op het sterfbed van de schenker. Dit gebeurt via onderhandse akte, aangezien er onvoldoende tijd is om een notaris in te roepen. Om van het voordelige tarief van schenking te genieten, zal de onderhandse akte onmiddellijk aangeboden worden ter registratie. Echter verklaard de fiscus schenking bij onderhandse akte nietig, met als gevolg dat de geschonken goederen niet uit het vermogen van de schenker zijn gegaan en er dus successierechten verschuldigd zullen zijn.

Het hof van beroep te Gent stelt vast dat in dergelijk geval aan de constitutieve bestanddelen van een schenking wordt voldaan.

Een onderhandse akte voldoet niet aan de vormvereisten van een notariële akte zoals artikel 931 van het Burgerlijk Wetboek voorschrijft. Maar de schenking valt onder artikel 1340 van het wetboek, dit artikel zegt dat de nietigheid wegens miskenning van de vormvereisten van artikel 931 van relatieve aard is. Enkel de erfgenamen en rechtverkrijgende van de schenker kunnen in dit geval de nietigheid van de schenking inroepen.

Uit deze beslissing volgt dat er geen bijkomende successierechten verschuldigd zijn op een geregistreerde schenking bij onderhandse akte.