Op 11 februari 2021 stemde de Tweede Kamer in plenaire zitting de wet tot invoering van een nieuwe belasting op effectenrekeningen. Deze belasting, die van toepassing is op alle effectenrekeningen, strekt ertoe de gemiddelde jaarlijkse waarde van alle “belastbare financiële instrumenten” die op de effectenrekening worden aangehouden tegen een tarief van 0,15% te belasten indien deze waarde meer dan 1.000.000 euro bedraagt.
Het effect van dubbelbelastingverdragen
De belasting is van toepassing op effectenrekeningen van Belgische belastingplichtigen in België en in het buitenland. Voor niet-ingezetenen geldt zij in beginsel alleen voor Belgische effectenrekeningen die zij aanhouden.
Zowel de wetgever als de administratie hebben niettemin het mogelijke effect van een dubbelbelastingverdrag erkend. Elke niet-ingezetene die in België een effectenrekening aanhoudt, moet dus het dubbelbelastingverdrag tussen zijn woonstaat en België raadplegen om te weten of de belasting al dan niet op hem van toepassing is. Om het deze belastingplichtigen echter gemakkelijker te maken, heeft de belastingadministratie op 27 januari 2022 een verklarende circulaire gepubliceerd met een lijst van alle landen waarmee België een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten. In deze lijst werd systematisch aangegeven of de belasting al dan niet van toepassing was op inwoners van deze landen. Op basis daarvan heeft de belastingdienst Luxemburgse ingezetenen uitgesloten van de toepassing van de belasting.
Deze uitsluiting was van bijzonder belang voor de Luxemburgse levensverzekeringsmaatschappijen. Het is niet ongebruikelijk dat zij beleggingsfondsen aanhouden bij een Belgische financiële instelling. Op basis van enerzijds artikel 22, § 4, van het Belgisch-Luxemburgse verdrag ter voorkoming van dubbele belasting, dat bepaalt dat, behalve in uitzonderlijke gevallen, alle bestanddelen van het kapitaal van een inwoner van een verdragsluitende Staat slechts in die Staat belastbaar zijn, en anderzijds de circulaire van 27 januari 2022, hebben de Luxemburgse verzekeringsmaatschappijen zich terecht buiten het toepassingsgebied van de belasting gehouden. Een levensverzekering van klasse 23 die door een Belgische belastingplichtige bij een Luxemburgse vennootschap is afgesloten, zou dus in beginsel niet onder de belasting kunnen vallen, zelfs indien het aan de polis gekoppelde beleggingsfonds bij een Belgische bank is geopend.
De arresten van het Hof van Cassatie van 25 maart en 21 april 2022
In het kader van deze zaken moest het Hof van Cassatie beslissen of de jaarlijkse belasting op instellingen voor collectieve belegging kon worden aangemerkt als een vermogensbelasting in de zin van het Belgisch-Luxemburgse verdrag ter voorkoming van dubbele belasting en, zo ja, niet van toepassing was op Luxemburgse instellingen voor collectieve belegging.
Hoewel de twee arresten van het Hof tegenstrijdig zijn, de ene stelt dat het geen vermogensbelasting is, de andere dat het wel een vermogensbelasting is maar dat de overeenkomst er niet uitdrukkelijk naar verwijst, is de conclusie niettemin dezelfde, aangezien het voordeel van de overeenkomst is ontzegd aan de Luxemburgse instellingen voor collectieve belegging.
Aangezien de belasting op instellingen voor collectieve belegging en de belasting op effectenrekeningen sterk op elkaar lijken, deden deze twee uitspraken terecht vrezen dat de Belgische belastingadministratie haar standpunt over de vrijstelling van de belasting op effectenrekeningen die Luxemburgse belastingplichtigen genieten, zou herzien.
Deze vrees is helaas bevestigd.
Een nieuwe FAQ van 5 september 2022
In een nieuwe FAQ van 5 september 2022 komt de belastingdienst terug op haar eerdere standpunt en geeft zij aan dat de belasting op effectenrekeningen wel degelijk van toepassing is op Luxemburgse belastingplichtigen.
Dit betreft zowel natuurlijke personen met woonplaats in het Groothertogdom Luxemburg die effectenrekeningen in België aanhouden als in Luxemburg gevestigde rechtspersonen, met inbegrip van SOPARFI’s of Luxemburgse levensverzekeringsmaatschappijen die dergelijke rekeningen aanhouden.
De administratie heeft een nieuwe tabel gepubliceerd waarin wordt bepaald of de belasting op effectenrekeningen al dan niet kan worden toegepast op buitenlandse ingezetenen, afhankelijk van de door België gesloten overeenkomsten ter voorkoming van dubbele belasting. Naast Luxemburgse ingezetenen vallen nu ook personen die wonen in Oostenrijk, Hongkong, Kirgizië, Moldavië, de Democratische Republiek Congo, Zweden, Tadzjikistan en Turkmenistan onder de belasting (op voorwaarde dat zij een effectenrekening in België aanhouden).