Skip to main content

In een voorafgaande beslissing sprak Vlabel zich uit omtrent de volgende situatie.

Op het ogenblik van de schenking ontstaat er een gesplitste inschrijving van de aandelen van de vennootschap A. Het vruchtgebruik komt toe aan de vader en de blote eigendom aan zijn zoon en zijn dochter. In de schenkingsakte werd tevens een optioneel beding van terugkeer en zaakvervanging voorzien. Vervolgens wordt in de vennootschap A een kapitaalvermindering in speciën doorgevoerd zonder vernietiging van aandelen. Het aantal aandelen werd integendeel verhoogd. Tot slot wordt een fusie doorgevoerd waarbij de vennootschap A de vennootschap B overneemt, waarbij een kapitaalverhoging plaatsvindt en het aantal aandelen wordt verhoogd.

Hoewel het hier om reeds gestelde rechtshandelingen gaat, is de vraag wat de fiscale gevolgen van deze rechtshandelingen zijn inzake erfbelasting indien de zoon en/of dochter zouden overlijden vóór de vader. Door de aanvraag tot voorafgaande beslissing, wenst men meer bepaald zekerheid te bekomen omtrent volgende vragen:

  1. Kan worden aangenomen dat het aan de aandeelhouders uitgekeerde kapitaal “in de plaats is gekomen” van de waardevermindering die de aandelen hebben ondergaan?
  2. Indien het vruchtgebruik van de vader (op de gelden voortkomend uit de kapitaalvermindering) wordt omgezet in een lijfrente en er uitkeringen zijn gebeurd, heeft dit invloed op de som die “in de plaats is gekomen” van de waardevermindering die de aandelen hebben ondergaan?

Wat het conventioneel optioneel beding van terugkeer betreft, beschouwt Vlabel de optionele terugkeer als een last die aan de schenking is gekoppeld, waardoor deze overdracht wordt ontleed als een overdracht onder bezwarende titel. De schenker krijgt immers een optie om het goed terug te nemen onder de opschortende voorwaarde van het vooroverlijden van de begiftigde. Als de opschortende voorwaarde wordt vervuld, kan de schenker zijn optie lichten waardoor er een nieuwe overdracht van het goed plaats vindt. De goederen onderworpen aan de terugkeer zullen dus geen deel uitmaken van de nalatenschap van de begiftigde en niet onderworpen worden aan erfbelasting. Het voorwerp van de terugkeer zou alleszins een roerend goed betreffen. Bijgevolg is er op die terugkeer geen registratiebelasting verschuldigd.

Wat de omvang van het voorwerp van de terugkeer in concreto (met name al of niet het volledige aantal aandelen en al of niet de gelden voortkomend van de kapitaalvermindering inclusief) betreft, hanteert Vlabel de volgende principes.

  1. Welke aandelen keren terug? Vlabel aanvaardt het principe van de conventionele zaakvervanging.  Er zal op het ogenblik van een eventueel vooroverlijden nog concreet dienen aangetoond worden dat de nieuw uitgegeven aandelen effectief in de plaats zijn gekomen van de geschonken aandelen. Het louter voorleggen van de zaakvervangingsclausule voorzien in de schenkingsakte is hiervoor onvoldoende. Over deze feitelijke bewijsvoering kan geen concrete uitspraak gedaan worden, aangezien dit een loutere bewijsproblematiek betreft, waarover geen voorafgaande beslissing kan worden afgeleverd.
  2. Maken de gelden die voortkomen uit de kapitaalvermindering ook deel uit van de terugkeer? Vermits de conventionele terugkeer plaatsvindt met terugwerkende kracht, en de geschonken goederen terugkeren in het vermogen van de schenker, aanvaardt Vlabel dat ook de gelden die voortkomen uit de kapitaalvermindering deel uitmaken van de terugkeer. Alleszins zal op het ogenblik van het eventueel vooroverlijden en het uitoefenen van de optie aangetoond dienen te worden dat de gelden nog identificeerbaar zijn en effectief voortkomen van de kapitaalvermindering in verband met de aandelen die aan de terugkeer onderworpen worden. Loutere beweringen volstaan hiervoor niet. Aangezien het ook hier over een bewijsproblematiek gaat, kan er geen voorafgaande beslissing daaromtrent afgeleverd worden. De omzetting van het vruchtgebruik van de vader in een lijfrente stelt een einde aan de gesplitste situatie (dochter en zoon worden volle eigenaars), maar wordt beschouwd als een rechtshandeling onder bezwarende titel. Hierop is dus geen Vlaamse registratiebelasting verschuldigd. Indien er op datum van overlijden van de begiftigde reeds uitkeringen van lijfrenten zouden gebeurd zijn via uitbetaling van de rekeningen waarop de kapitaalvermindering werd gestort, dan zal enkel het saldo van die rekening in aanmerking worden genomen.