De Belgische fiscus consulteerde vorig jaar maar liefst 41.280 keer het Centraal Aanspreekpunt over bankrekeningen. Het leeuwendeel van dit cijfer is toe te schrijven aan de dienst Inning en Invordering met maar liefst 38.161 raadplegingen. Die acties zijn voornamelijk gericht tegen wanbetalers met belastingschulden.
Zodra de dienst Inning en Invordering een rekening opspoort waarop de naam van een wanbetaler prijkt, kan ze hierop derdenbeslag leggen. Dat wil zeggen dat het geld op die rekening wordt aangewend om de achterstallige belastingschulden te voldoen. Het resultaat is uiteraard dat de Belgische Staat een bevoorrechte schuldeiser is die eigenhandig de openstaande schuldvorderingen tracht te voldoen. In de praktijk gaat dat leiden tot vele geschillen als de belastingplichtige pas achteraf merkt dat zijn gelden zijn aangewend om openstaande belastingschulden te voldoen. Wat als die schulden betwist worden of zelfs niet meer gekend zijn bij de belastingplichtige?
De dienst Inning en Invordering gebruikt het nieuwe wetboek van invordering om in 2020 deze acties door te voeren en te vermenigvuldigen. Het kantoor Lauwers stelt zich vragen bij dergelijke acties en Meester Thierry Lauwers heeft hier een uniek werk over geschreven. Het verschijnt op 10 november 2020 en is de eerste grondige commentaar met vergelijking van de verschillende regelingen in de drie gewesten.
Als u geconfronteerd wordt met een probleem waarbij belastingen zijn ingevorderd, spreekt het voor zich dat u best advies inwint welke rechten u heeft om hiertegen te reageren. Wil u meer weten over de onderzoeksbevoegdheden van de fiscus? Heeft u fiscale schulden en wil u weten hoe er mee om te gaan? Wordt u geconfronteerd met beslag op de tegoeden op uw bankrekeningen? Wil u meer weten over de werking van het Centraal Aanspreekpunt? Contacteer de fiscale advocaten bij Lauwers.