Thierry Lauwers, fiscaal advocaat in één van beide zaken, ziet de arresten eerder als een positieve mijlpaal. ‘Van zodra er een eigen economisch belang is voor de vennootschap zijn de gemaakte kosten aftrekbaar. Alleen liberaliteiten die uitsluitend een derde zoals de zaakvoerder bevoordeligen, kunnen niet fiscaal in aftrek genomen worden.’ Alles draait om de zogenaamde finaliteitsvoorwaarde. Uitgangspunt voor de aftrekbaarheid is dat de kosten gemaakt moeten zijn om een belastbaar inkomen te behouden of te verwerven. ‘Volgens het Hof van Cassatie volstaat het voor de aftrekbaarheid dat er een economisch voordeel is voor de vennootschap. Het betekent dat het niet langer nodig dat er een verband is met de economische activiteit’, zegt Lauwers.
Lees hieronder het volledige artikel (Bron: De Tijd 29 oktober 2019)