Skip to main content

Lauwers Fiscale Advocaten bereikt een nieuwe doorbraak in de rechtspraak over optiwarranten. Meer bepaald rond de aftrek van beroepskosten verbonden aan de toekenning van aandelenopties aan een bedrijfsleider.

Waarover gaat het?

Een vennootschap kent aandelenopties toe aan de bedrijfsleider als tegenprestatie voor effectief geleverde werkzaamheden. De vennootschap baseert zich hiervoor op de bezoldigingstheorie. De bezoldiging vindt plaats via forfaitair geraamde voordelen van alle aard.

Wat is het standpunt van de fiscus?

De belastingadministratie verwerpt de kosten met betrekking tot de aandelenopties als beroepsuitgaven en past een belastingverhoging toe van 10%. Ze stelt dat de kosten niet voldoen aan de voorwaarden van artikel 49 WIB 92 (beroepskosten zijn enkel aftrekbaar als ze dienen om belastbare inkomsten te verwerven of te behouden).

Een aanvraag bij de fiscale bemiddelingsdienst levert geen akkoord op. De zaak belandt bij de rechter.

Wat oordeelt de rechter?

  • Er is voldoende bewijs dat de uitgaven dienen als bezoldiging voor werkelijke prestaties aan de vennootschap. Dit was duidelijk gemotiveerd in de notulen van de algemene vergadering.
  • Er is voldaan aan alle voorwaarden van de wet van 26 maart 1999 en het voordeel werd opgenomen op de fiches 281.20.
  • De toekenning van aandelenopties kadert wel degelijk binnen de bezoldigingspolitiek.
  • De methode en het bedrag van de vergoeding van werkelijke prestaties – in zoverre die niet overdreven zijn – vormen een autonome beslissing van de vennootschap. De fiscale Administratie kan hierover geen opportuniteitsoordeel vellen.

Wilt u meer weten over het gebruik van aandelenopties binnen uw vennootschap? Neem contact op met Lauwers Fiscale Advocaten om alle fiscale mogelijkheden te ontdekken.