Tweedeverblijfstaks brengt kustgemeenten 85 miljoen euro op
De Vlaamse steden en gemeenten zullen volgens ramingen in 2023 voor 108,8 miljoen euro aan inkomsten uit de tweedeverblijfstaks halen. Die belasting moet betaald worden door de eigenaars van een woning waar niemand gedomicilieerd is.
De tien kustgemeenten samen zullen bijna vier vijfde van de totale opbrengst in Vlaanderen innen, 85,2 miljoen euro. Dat blijkt uit cijfers die De Tijd opvroeg bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en die gebaseerd zijn op de aangepaste meerjarenplannen.
Het grote aantal tweede verblijven in de kustgemeenten ligt aan de basis. ‘Gemeenten hebben het grondwettelijk recht om belastingen te heffen en daarmee beleid te voeren’, zegt Nathalie Debast, woordvoerder van VVSG. ‘Dat de cijfers aan de kust hoger liggen, is volledig verantwoord. Mensen met een tweede verblijf aan de kust betalen geen aanvullende personenbelasting in die gemeente, maar ze genieten er wel van de dienstverlening en de infrastructuur. De belasting wordt ook soms gemotiveerd als weeldebelasting, of soms vanuit de bekommernis om de sociale cohesie in de gemeente te vrijwaren.’
Koksijde haalt volgens de ramingen het meeste inkomsten uit de tweedeverblijfstaks: 17,9 miljoen euro. De badplaats hanteert voor een studio een tarief van 1.027 euro, voor grotere huizen en appartementen is dat 1.239 euro. De tweede grootste ontvanger is Knokke-Heist, met een verwachte ontvangst van 14,1 miljoen euro. De tweedeverblijfstaks bedraagt er 790 euro. Ook voor andere badplaatsen zoals Middelkerke, Nieuwpoort en Oostende gaat het over meer dan 10 miljoen aan inkomsten.
Ook studentensteden Leuven en Gent innen aanzienlijke bedragen
Naast de kust innen de studentensteden Leuven en Gent aanzienlijke bedragen aan tweedeverblijfstaks: respectievelijk 3,9 en 6,2 miljoen euro. ‘De tweedeverblijfstaks kan ook op studentenhuisvesting slaan’, zegt fiscaal advocaat Thierry Lauwers. ‘Gent heeft zijn belastingreglement zo georganiseerd dat als niemand op een adres is ingeschreven, de eigenaar van het gebouw ofwel tweedeverblijfstaks ofwel leegstandsheffing moet betalen. En dan is de tweedeverblijfstaks het minste kwaad van de twee.’
Voor de kustgemeenten is de tweedeverblijfstaks een belangrijke bron van inkomsten om beleid te voeren. ‘Sommige kustgemeenten hebben ook een oudere bevolking, die minder kapitaalkrachtig is’, zegt Debast. Het aandeel van de tweedeverblijfstaks in de exploitatieontvangsten varieert per gemeente. Voor Oostende gaat het om 4,5 procent, voor Blankenberge 9,9 procent, tot zelfs 22,2 procent voor Koksijde.
Voor de overige gemeenten gaat het om beperkte bedragen. Gemiddeld vertegenwoordigt de tweedeverblijfstaks maar 0,6 procent van de exploitatie-inkomsten. Amper 34 van de 300 Vlaamse gemeenten heffen geen tweedeverblijfstaks. De tweedeverblijfstaks is in sommige gemeenten, waaronder Koksijde, Knokke en De Panne, al jarenlang een bron van geschillen omdat de inwoners er geen gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting betalen.
‘Een aantal jaar geleden werden de meeste rechtszaken in het voordeel van de belastingplichtige uitgesproken, maar inmiddels hebben de gemeenten hun regels aangepast. De jongste tijd zijn de uitspraken soms in het voordeel van de belastingplichtige en soms ook niet’, zegt Lauwers. Test-Aankoop startte een procedure tegen de drie gemeenten, waarbij een kleine 500 mensen hun betaalde taks proberen terug te krijgen. Enkele pilootdossiers worden in mei gepleit.
Bron: De Tijd – 2 februari 2023