De klassieke successieplanningstechniek van de verzekeringsgift kan aan de hand van volgend voorbeeld worden geïllustreerd. Een vader is verzekeringnemer alsook het verzekerde hoofd en zijn dochter is de begunstigde. Bij het overlijden van de vader zal een som worden uitgekeerd aan de dochter. Een dergelijk kosteloos beding ten behoeve van een derde wordt belast in de erfbelasting.
Als successieplanningstechniek wordt in de geschetste situatie klassiek beroep gedaan op de verzekeringsgift. De vader schenkt dan alle rechten als verzekeringsnemer aan zijn dochter maar hij blijft wel de verzekerde. Op die manier is er geen sprake meer van een beding ten behoeve van een derde maar van een beding ten behoeve van zichzelf (de dochter wordt verzekeringnemer en was al begunstigde). Tot vorig jaar werd dan ook aanvaard dat er geen erfbelasting verschuldigd was.
De Vlaamse belastingdienst publiceerde in oktober 2015 haar – door de rechtsleer fel gecontesteerd – standpunt dat de verzekeringsgift de latere erfbelasting op het ogenblik van de uitkering niet vermijdt. Zelfs niet als er 3% schenkbelasting werd betaald. Deze ‘nieuwe’ zienswijze van de Vlaamse belastingdienst is uiterst aanvechtbaar voor de rechtbank.
Het is natuurlijk altijd beter een discussie met de belastingdienst en een eventuele gerechtelijke procedure te vermijden. Daarom kunnen volgende oplossingen worden aangereikt voor de beschreven situatie:
- Het verzekeringscontract wordt afgekocht. In dat geval is er enkel maar erfbelasting verschuldigd indien de verzekeringsnemer binnen drie jaar na de schenking overlijdt en er geen schenkbelasting werd betaald.
- Het verzekeringscontract blijft bestaan maar de begunstigde wordt gewijzigd. De begunstigde mag zichzelf als begunstigde evenwel niet herbevestigen. Er moet dus een andere begunstigde worden aangeduid dan diegene die door de overledene werd aangeduid. Bijvoorbeeld de kinderen van de dochter in het besproken voorbeeld. Een nieuwe begunstigde aanduiden kan door een bijlage te voegen bij de initiële polis waarin iemand anders als begunstigde wordt aangeduid.
De Vlaamse belastingdienst stelt nu dat indien de verzekeringnemer een secundaire begunstigde (meestal de kleinkinderen) aanduidt en na de schenking van de polis aan deze secundaire begunstigde laatstgenoemde zichzelf als enige begunstigde aanstelt, zij de antimisbruikbepaling zal inroepen tegen deze rechtshandeling van de secundaire begunstigde. Er kan worden verwacht dat de Vlaamse belastingdienst dit standpunt zal toepassen op elk overlijden vanaf 1 maart 2016.
Gelet op de snel wijzigende zienswijzes van de betrokken diensten, valt het aan te raden om de door u gekozen successieplanningstechniek op tijd en stond te laten herbekijken. Op die manier kunnen discussies bij een later overlijden worden voorkomen.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.