Tot voor kort kon men ‘belastingvrij bijklussen’, uiteraard kon dit enkel indien voldaan werd aan bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen. In het arrest van 23 april 2020 werd deze wettelijke regelgeving volledig vernietigd door het grondwettelijk hof.
Vanaf 1 januari 2021 bestaat er dus geen regeling meer om belastingvrij bij te klussen. Het stelsel bestond uit drie onderdelen, een van deze onderdelen is het gereglementeerde stelsel van werken in de deeleconomie. Wat dit onderdeel betreft, zijn de gevolgen van het schrappen van de regeling niet catastrofaal. Hierbij was er namelijk reeds een bijzondere regelingen voorzien, met een voordelig belastingtarief van 20%. Er moet wel opgemerkt worden dat ook hierbij enkele aanpassingen hebben plaatsgevonden. Zo is het jaarplafond niet langer € 3.255 zoals in de oude regeling toegepast werd, maar €3.830. Bij het beoordelen van de jaargrens zal men nu ook de verenigingswerken in aanmerking nemen.
Voor de twee andere onderdelen, namelijk ‘verenigingswerk’ en de ‘occasionele diensten tussen burgers’ zijn de gevolgen groter. Occasionele diensten tussen burgers en verenigingswerk kan dus niet langer belastingvrij gebeuren. Indien het mogelijk zo zijn, kunnen ze zich inschakelen in de regeling inzake de ‘deeleconomie’ waarbij ze mee van het verlaagd tarief van 20% kunnen genieten.
De wetgever heeft echter wel een bijzondere regeling voorzien voor de sportsector inzake ‘verenigingswerken’. Deze regeling geldt uitsluitend voor 2021. Deze bijzondere regeling is gelijkaardig met de oorspronkelijke regelgeving omtrent verenigingswerk, maar er zijn toch enkele belangrijke verschillen. Deze verschillen situeren zich bijvoorbeeld op vlak van toegelaten activiteiten, de verenigingswerker, de maximaal aantal uren, de vereiste overeenkomst… Ook wordt er bij de nieuwe regeling een solidariteitsbijdrage van 10% aangerekend ten laste van de organisatie.
Voor vergoedingen voor diensten in de deeleconomie die betaald werden vanaf 2021 is er een amendement ingevoerd. Voor vergoedingen voor diensten in de deeleconomie die worden betaald vanaf 1 januari 2021, maar betrekking hebben op een dienst die voor deze datum geleverd werden, geldt de nieuwe regeling, met een belasting van 20%.