In een arrest gepubliceerd op 12 oktober 2017, heeft het Grondwettelijk Hof de kans gehad om te antwoorden op een prejudiciële vraag betreffende artikel 319, 1ste lid WIB en artikel 63, 1ste lid WBTW. Deze artikelen regelen de fiscale visitatie inzake inkomstenbelastingen en BTW. Op grond van voornoemde bepalingen is de belastingplichtige gehouden om de gemachtigde ambtenaren toegang te verlenen tot zijn beroepslokalen teneinde fiscale controles mogelijk te maken inzake inkomstenbelastingen en btw.
Het Grondwettelijk Hof stelt dat de fiscale visitatie een legitiem doel nastreeft omdat zij het mogelijk moet maken om de noodzakelijke vaststellingen te doen wat betreft de regelmatigheid van de belastingaangifte en zij op deze manier een correcte belastingheffing beoogt te verzekeren.
Het Hof verduidelijkt de draagwijdte van de fiscale visitatie. De betreffende bepalingen laten niet toe aan de gemachtigde ambtenaren om zich middels dwang toegang te laten verschaffen tot de beroepslokalen wanneer de verplichte medewerking door de belastingplichtige wordt geweigerd. Het akkoord van de belastingplichtige is dus vereist.
Het Hof voegt daaraan toe dat de betreffende bepalingen de gemachtigde ambtenaren niet de bevoegdheid geven om de voorlegging te eisen van boeken en bescheiden wanneer de belastingplichtige zich hiertegen verzet.
Indien de belastingplichtige weigert mee te werken, kan hem een administratieve boete of een strafrechtelijke sanctie worden opgelegd en daarenboven kan een ambtshalve aanslag worden gevestigd.
Het Hof herinnert eraan dat wanneer de gemachtigde ambtenaren een fiscale visitatie uitvoeren zij erop moeten toezien dat zij de professionele activiteit van de belastingplichtige niet hinderen noch hem in het voorkomende geval dwingen zijn beroepsgeheim te schenden.
Ken uw rechten en plichten wanneer de fiscus bij u op bezoek komt!
Contacteer LAUWERS en SEUTIN fiscale advocaten voor al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.