Artikel 70 § 2 van het WBTW voorziet in proportionele administratieve boetes inzake BTW in het geval bepaalde verplichte vermeldingen op het uitgereikte factuur of het als zodanig dienend stuk ontbreken.
Het Hof van Cassatie heeft recentelijk een arrest geveld waarin het volgende wordt geoordeeld :
« De wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie is niet van toepassing op de fiscale boete geviseerd door artikel 70 § 2 WBTW. Het hof van beroep diende dus niet zijn beslissing te motiveren met verwijzing naar de wet van 29 juni 1964 dat het niet toekwam om aan eiseres een uitstel toe te kennen, zelfs wanneer deze maatregel is voorzien voor fiscale boetes ».
De al dan niet toepasbaarheid van het uitstel inzake BTW-boetes heeft reeds veel inkt doen vloeien.
Er dient te worden opgemerkt dat het Grondwettelijk Hof reeds heeft geoordeeld dat de fiscale boetes overeenkomstig artikel 70 § 2, lid 1 WBTW een repressief karakter hebben en dus van strafrechtelijke aard zijn in de zin van artikel 6 EVRM.
De rechtspraak is enorm verdeeld wat betreft de toekenning van een uitstel inzake BTW-boetes. Sommige rechtspraak weigert pertinent een uitstel toe te kennen, zelfs nog zonder een verder onderzoek naar de feiten. Andere rechtspraak oordeelt na de concrete feitelijke omstandigheden te hebben onderzocht of een uitstel al dan niet kan worden toegekend indien deze maatregel wordt voorzien door de wet. Nog andere rechtspraak laat zich niet leiden door het stilzwijgen van de wet en kent zonder meer een uitstel toe.
Een grondige kennis van de rechtspraak van de verschillende hoven en rechtbanken blijkt noodzakelijk te zijn in deze materie.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten voor al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.