De invoer van een taks op effectenrekeningen was één van de grootste discussiepunten in het zomerakkoord van de regering-Michel. Uiteindelijk klokte men af op een tarief van 0,15 procent, enkel te betalen wanneer de totale waarde van uw de effectenrekening hoger ligt dan 500.000 euro. Deze belasting viseert enkel beursgenoteerde aandelen, obligaties en beleggingsfondsen. Pensioenspaarfondsen, levensverzekeringen (de zgn. tak 21-en tak 23-producten), termijnrekeningen en aandelen op naam blijven buiten schot.
Ondanks de symbolische stap richting “een rechtvaardigere fiscaliteit”, kan men dit –zeker gezien het lage percentage– absoluut geen Copernicaanse omwenteling noemen. Schattingen over de vermoedelijke opbrengst hiervan liggen ver uit elkaar en slechts weinigen geloven in de vooropgezette 254 miljoen euro die de federale regering in 2018 denkt binnen te halen.
De vraag is of er nog veel ontwijkingsmogelijkheden zullen open blijven. Het opsplitsen van uw beleggingsportefeuille, werken via (buitenlandse) vennootschappen of gebruik maken van aandelen op naam zijn slechts enkele van de aangehaalde mogelijkheden. Minister Van Overtveldt liet echter recent nog verstaan dat hij de ontsnappingsroutes zo veel mogelijk wil blokkeren. Het valt nog af te wachten in welke mate de regering daarin zal slagen.
Als specialisten in deze materie volgen we de evolutie op de voet.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.