KMO- vennootschappen kunnen genieten van de mogelijkheid om een “bijzondere liquidatiereserve” aan te leggen. Dit houdt in dat KMO- vennootschappen ervoor kunnen opteren om een anticipatieve heffing van 10 % te betalen op de boekhoudkundige winst na belasting verwezenlijkt in de loop van boekjaren 2012 en 2013. Ingeval zij voor deze optie kiezen, leggen zij een “bijzondere liquidatiereserve” aan. Er is nog tijd tot eind deze maand om de winsten van het boekjaar 2012 te reserveren in de vennootschap om zo de toekomstige heffing van 27 % op dividenduitkeringen te vermijden.
Vanaf 2016 geldt er een tarief van 27 % op dividenduitkeringen. Dit tarief kan evenwel vermeden worden door de winst van de eigen vennootschap niet uit te keren, maar in de vennootschap te reserveren. In dat geval moet de vennootschap meteen een bijzondere heffing van 10 % betalen op de gereserveerde winst maar dan is er later geen roerende voorheffing meer verschuldigd indien de gereserveerde winst tot aan de vereffening in de vennootschap gehouden wordt. Indien deze gereserveerde winst na vijf jaar toch uit de vennootschap wordt gehaald, is er slechts een heffing van 5 % verschuldigd. De totale belasting is in dat geval 15 %.
Voor winsten van het boekjaar 2012 (aanslagjaar 2013) dient de liquidatiereserve te zijn aangelegd en de bijzondere heffing van 10 % te zijn betaald voor 30 november 2015. Voor winsten van het boekjaar 2013 (aanslagjaar 2014) is er tijd tot 30 november 2016.
Het is dan ook vijf voor twaalf om in actie te schieten om van deze gunstregeling te genieten.
LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten volgen de ontwikkelingen op de voet en blijven ter beschikking voor alle vragen en/of opmerkingen hieromtrent.