In een arrest dd. 5 maart 2013 diende het Hof van Beroep te Antwerpen te oordelen over de vraag of de bedrijfsleider van een NV, die het voorwerp was van een kapitaalinbreng door een nationale investeringsmaatschappij, een belastbare bedrijfsleiderbezoldiging verkreeg door bij de inkoop van de aandelen die naar aanleiding van de kapitaalinbreng werden gecreëerd een meerwaarde te realiseren.
Bij de kapitaalverhoging werd bepaald dat na een periode van vijf jaar per jaar 10% van de uitgeven aandelen het voorwerp diende uit te maken van een aanbod tot inkoop door de NV, en dit tegen de nominale waarde. De NV bekwam daarmee een onherroepelijk en overdraagbaar optierecht. Bij het verstrijken van de eerste periode van vijf jaar werd een deel van de aandelen ingekocht door de bedrijfsleider van de NV tegen de nominale waarde, terwijl de werkelijke waarde van de aandelen hoger lag.
Naar aanleiding van deze inkoop was de fiscale administratie van oordeel dat de bedrijfsleider een voordeel uit de vennootschap bekwam dewelke als een bedrijfsleiderbezoldiging belast diende te worden. Het Hof van Beroep wijst deze stelling van de hand. Vooreerst stelt het Hof vast dat er geen sprake is van een optieovereenkomst tussen de NV en haar bedrijfsleider. De optieovereenkomst werd daarentegen gesloten tussen de NV en de nationale investeringsmaatschappij. Bovendien vloeit het voordeel niet voort uit de hoedanigheid van bestuurder van de NV, daar uit de verslagen van de algemene vergadering blijkt dat alle aandeelhouders de kans kregen om de desbetreffende aandelen in te kopen. Bij afwezigheid van een causaal verband tussen de hoedanigheid van bestuurder en het verkregen voordeel kan er dan ook geen sprake zijn van een bedrijfsleiderbezoldiging in de zin van artikel 32 WIB.