Binnen het vennootschapsrecht bestaan twee mogelijkheden om de ‘nationaliteit’ van een vennootschap te bepalen: de statutaire zetelleer (of incorporatieleer) en de werkelijke zetelleer.
De statutaire zetelleer stelt dat een vennootschap onderworpen is aan het vennootschapsrecht van het land waar zich de maatschappelijke zetel bevindt. Volgens de werkelijke zetelleer is een vennootschap onderworpen aan het vennootschapsrecht van het land waar haar werkelijke leiding is gevestigd.
Het Belgische Wetboek van Vennootschappen hanteert de werkelijke zetelleer, maar onder invloed van bepaalde Europese rechtspraak schakelt het nieuwe vennootschapsrecht nu over naar de statutaire zetelleer.
Wat betekent dit in de praktijk?
Op fiscaal vlak blijft de werkelijke zetel evenwel de aanknopingsfactor om te bepalen of de betrokken vennootschap onderworpen is aan de Belgische vennootschapsbelasting. Dit zorgt ervoor dat een vennootschap waarvan de werkelijke zetel zich in België situeert, maar waarvan de statutaire zetel in het buitenland is gevestigd, enerzijds zal onderworpen zijn aan de Belgische vennootschapsbelasting en anderzijds aan het vennootschapsrecht van het land waar zich de statutaire zetel bevindt.
De huidig verband tussen de ‘nationaliteit’ van de vennootschap en de fiscale woonplaats wordt met andere woorden doorbroken.
Een vennootschap waarvan de statutaire zetel zich in het buitenland bevindt, maar waarvan de werkelijke zetel in België is gelegen, moet in principe een boekhouding voeren en een jaarrekening opstellen overeenkomstig het Belgische boekhoudrecht.
Wilt u weten wat de specifieke gevolgen van de nieuwe wetgeving zijn voor uw situatie? Neem dan contact op met Lauwers Fiscale Advocaten.