Het fiscaal regime van aandelenopties toegekend door een werkgever heeft reeds aanleiding gegeven tot heel wat ophef.
De wet betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen stipuleert dat het belastbaar voordeel ingevolge de toekenning van niet-beursgenoteerde opties forfaitair bepaald wordt op een percentage van de waarde van het onderliggende aandeel
Indien er aan bepaalde voorwaarden is voldaan (de uitoefenprijs van de optie wordt definitief vastgesteld op het ogenblik van het aanbod), wordt het belastbaar voordeel tot de helft herleid.
Een recente circulaire geeft uitleg aan één van deze voorwaarden. Het betreft de voorwaarde voorzien in artikel 43, § 6, 4° van bovenvermelde wet. Om van het verlaagd tarief te kunnen genieten, moet de optie betrekking hebben op « aandelen van de vennootschap ten behoeve van wie de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend of op aandelen van een andere vennootschap die een rechtstreekse of onrechtstreekse deelneming heeft in de eerst genoemde vennootschap als bedoeld in het koninklijk besluit van 8 oktober 1976 met betrekking tot de jaarrekening van de ondernemingen ».
De circulaire onderzoekt de vraag of de toekenning van aandelenopties aan de zaakvoerder van een managementvennootschap door de vennootschap waaraan de managementprestaties worden geleverd, aan bovenvermelde voorwaarde voldoet.
Het antwoord op deze vraag is negatief: de voorwaarde dat de optie betrekking moet hebben op aandelen van de vennootschap ten behoeve van wie de beroepswerkzaamheid wordt uitgeoefend, is niet voldaan. Dit ongeacht of de managementvennootschap bestuurder is van de vennootschap die de aandelenoptie toekent, of niet.
De fiscale Administratie komt tot deze conclusie op basis van het volgende onderscheid: juridisch gezien levert de managementvennootschap de managementprestaties aan haar cliënt (de vennootschap die de optie toekent); op fiscaal vlak oefent de zaakvoerder van die managementvennootschap zijn beroepswerkzaamheid uit ten behoeve van de managementvennootschap en niet ten behoeve van de cliënt van de managementvennootschap.
Het forfaitair bepaalde voordeel dat voortvloeit uit de toekenning van dergelijke aandelenopties, komt bijgevolg niet in aanmerking voor de halvering.
De circulaire is van toepassing op de toekenningen van aandelenopties waarvan de datum van het aanbod na 13 april 2017 valt.
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.