Skip to main content

De regering heeft de knoop eindelijk doorgehakt. Het huidige aanslagstelsel voor buitenlandse kaderleden dat steunt op een louter administratieve regeling (circulaire van 8 augustus 1983) wordt vervangen door een nieuwe wettelijke regeling,  die in werking zal treden op 1 januari 2022. Het nieuwe regime staat open voor zowel werknemers als bedrijfsleiders.

Werknemers en bedrijfsleiders die vanuit het buitenland in België komen werken kunnen worden aanzien als “ingekomen belastingplichtigen” en krijgen toegang tot het stelsel, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan.

Om als ‘ingekomen belastingplichtige’ te kunnen worden aangemerkt, moet de betrokken werknemer of bedrijfsleider ofwel rechtstreeks zijn aangeworven in het buitenland, ofwel ter beschikking zijn gesteld binnen een multinationale groep.

Voorwaarden

In de loop van de 60 maanden voorafgaand aan de indiensttreding in België”:

  • mag de betrokkene “geen rijksinwoner zijn geweest”;
  • “noch gewoond hebben binnen een afstand van 150 kilometer van de grens”
  • “noch onderworpen zijn geweest aan de [BNI] voor beroepsinkomsten in België”.

De nationaliteit speelt geen rol meer.

De betrokken werknemer of bedrijfsleider moet van zijn werkgever of vennootschap “een bezoldiging ontvangen voor de in België geleverde prestaties die meer bedraagt dan 75.000 euro per kalenderjaar”.

Aanvraag

De aanvraagprocedure houdt in dat “de werkgever of de vennootschap via elektronische weg een aanvraag moet indienen” bij de fiscale Administratie, en dat “binnen een termijn van drie maanden vanaf de indiensttreding van de belastingplichtige in België”. Bij deze aanvraag moet een “door de betrokken werknemer of bedrijfsleider ondertekend attest worden gevoegd, dat zijn akkoord met de aanvraag voor de toepassing van het stelsel bevestigt”.

De fiscale Administratie moet zich binnen drie maanden uitspreken over de aanvraag. “In geval van een positief antwoord”, is het stelsel “van toepassing op de bezoldigingen die door de ingekomen belastingplichtige worden verkregen vanaf zijn indiensttreding in België”.

Voordelen

Het voordeel van het stelsel situeert zich op het vlak van de ‘kosten eigen aan de werkgever’ die belastingvrij kunnen worden terugbetaald en dit tot een bedrag van 30 % van de” bruto bezoldiging met een maximum van 90.000 EUR per jaar.

Voorts blijven de andere drie categorieën van uitgaven die de werkgever of de vennootschap ten laste neemt eveneens aanvaard als een ’terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever’ :

  1. “de kosten die voortvloeien uit de verhuis van de ingekomen belastingplichtige naar België”;
  2. “de kosten die verband houden met de inrichting van de woning in België gedaan in de eerste zes maanden na aankomst in België”;
  3. “het schoolgeld voor de kinderen van de ingekomen belastingplichtige of zijn partner die met hun ouders of een van hen verhuizen, wanneer ze volgens de Belgische wetgeving de leerplichtige leeftijd hebben en als dusdanig kleuteronderwijs, lager onderwijs of secundair onderwijs volgen in België in een privéschool of een internationale school”.

5 jaar geldig

Het nieuwe stelsel is van “toepassing gedurende de periode van de opdracht van de belastingplichtige in België”, maar “met een maximum van vijf jaar”. Deze periode kan wel worden verlengd met “drie jaar”.

Overschakelen mogelijk

Wie kan er overschakelen? De belastingplichtigen die:

  • “zich op 1 januari 2022, sinds maximum 5 jaar” in een situatie bevinden waarbij zij werden aangeworven in het buitenland door een geviseerde werkgever of vennootschap of ter beschikking zijn gesteld aan een geviseerde Belgische werkgever binnen een internationale groep;
  • “vanaf [hun] eerste affectatie in België” voldeden aan de toegangsvoorwaarden van het stelsel.  Deze voorwaarden moeten “retroactief worden beoordeeld vanaf de eerste affectatie in België”.

In dat geval kan de werkgever of vennootschap via elektronische weg een aanvraag tot toepassing van het nieuwe stelsel indienen (met in bijlage een akkoordverklaring vanwege de werknemer of bedrijfsleider), en dat “uiterlijk op 30 juni 2022”. “In het geval van een positief antwoord” van de Administratie, zal het nieuwe stelsel van toepassing zijn “op de bezoldigingen die vanaf 1 januari 2022 worden verkregen”, en dat voor de rest van de maximale toepassingsduur van 5 (of 8) jaar, “te rekenen vanaf de eerste affectatie in België” (een werknemer die “op 1 augustus 2018 begon met werken in België onder het oude stelsel [van de buitenlandse kaderleden] en die beantwoordt aan de wettelijke voorwaarden om te ‘kantelen'”, zal het nieuwe stelsel dus kunnen genieten “tot 31 juli 2023, eventueel verlengbaar met drie jaar”).

De memorie van toelichting waarschuwt er wel voor dat als de Administratie “negatief” antwoordt op de aanvraag, de belastingplichtige “ook definitief het voordeel van het oude stelsel [van de buitenlandse kaderleden zal] verliezen”.

Voor diegenen “die geen rechtsgeldige aanvraag hebben gedaan om van het oude stelsel te kantelen” naar het nieuwe stelsel, kan het oude stelsel nog gedurende twee jaar worden toegepast. Na afloop is er dan geen overschakeling meer mogelijk naar het nieuwe stelsel want de aanvraag daartoe moet uiterlijk op 30 juni 2022 worden ingediend.