De overdracht van een eenmanszaak naar een vennootschap gecombineerd met een vestiging van vruchtgebruik op het bedrijfspand kan ingegeven zijn door niet-fiscale motieven waardoor de (nieuwe) algemene antimisbruikbepaling buiten spel wordt gezet.
Nemen we een concreet voorbeeld. Twee paramedici gaan een lening aan om een huis te financieren. De gelijkvloerse verdieping wordt aangewend voor beroepsdoeleinden. De eerste verdieping wordt verhuurd en de tweede verdieping wordt bewoond door de paramedici. Na enkele jaren barst het bedrijf uit zijn voegen en dienen twee verdiepingen benut te worden voor het bedrijf. De paramedici kopen een tweede woning voor privédoeleinden. Zij dienen dus twee leningen af te lossen.
De paramedici richten een professionele BVBA op waarvoor ze hun activiteit zullen uitoefenen voor de duur van hun resterende beroepspraktijk, geschat op 25 jaar, en zij worden zaakvoerder van de BVBA. De BVBA koopt het tijdelijk recht van vruchtgebruik.
De Rulingdienst zag geen “misbruik” in de zin van het nieuwe artikel 344, § 1 van het WIB 92 in de aankoop van een recht van vruchtgebruik door hun vennootschap.
Er wordt aanvaard dat volgende niet-fiscale motieven voorhanden kunnen zijn:
– Verbeteren risico-profiel privé-personen (optimalisatie van de financiering, spreiding leninglast);
– Hypothecaire lening is voorwaarde van de bank;
– Gekende financiële stromen in de toekomst (indekking vennootschap tegen volatiliteit index);
– Zekerheid termijn: 25 jaar overeenkomstig de vermoedelijke levensduur van de vennootschap (loopbaan zaakvoerder).