Een Franse société civile immobilière («SCI») maakt het natuurlijke personen mogelijk om op een efficiënte wijze vastgoed aan te houden of te verwerven. Zo is een SCI is in Frankrijk, voor de toepassing van het Franse vennootschapsrecht, bekleed met rechtspersoonlijkheid die te onderscheiden is van deze van haar aandeelhouders. Het voordeel hiervan is dat er geen onverdeeldheid van mede-eigenaars (bijvoorbeeld ouders en kinderen) van vastgoed ontstaat. Dit leidt er dan weer toe dat de zaakvoerder van de SCI zelfstandig beleidsbeslissingen kan nemen wat mogelijke discussies vermijdt. Daarenboven maakt de SCI een spreiding van exploitatierisico’s mogelijk. Ook op het vlak van vermogensplanning biedt de SCI extra mogelijkheden.
Indien er voor wordt geopteerd om de SCI in Frankrijk niet aan vennootschapsbelasting te onderwerpen, wordt de SCI als ‘translucide’ beschouwd. Dit houdt in dat de aandeelhouder van de SCI in verhouding tot zijn aandeel in de deelbewijzen wordt belast op de nettowinst van de SCI. Kortom, met het oog op toepassing van de Franse fiscale wetgeving worden de inkomsten van de SCI geacht rechtstreeks aan haar (Franse of buitenlandse) aandeelhouders-natuurlijke personen te zijn toegekend.
De vraag stelt zich hoe deze inkomsten in België in hoofde van de Belgische natuurlijke personen moeten worden gekwalificeerd en belast. De rechtspraak en rechtsleer was de mening toegedaan dat voor de toepassing van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag, de inkomsten kwalificeren als ‘onroerende inkomsten’. Hieruit volgt dat deze inkomsten enkel belastbaar zijn in het land waar de onroerende goederen gelegen zijn, dus Frankrijk. Deze inkomsten dienden in België dan ook te worden vrijgesteld, evenwel mits progressievoorbehoud. Ook het Hof van Cassatie oordeelde in 2004 in deze zin.
Verrassend genoeg komt het Hof van Cassatie in een recent arrest gedeeltelijk op deze uitspraak terug. Het Hof stelt dat het begrip ‘onroerend goed’ moet worden geïnterpreteerd volgens de Franse wetgeving omdat het betreffend goed daar gelegen is. Vervolgens stelt het Hof vast dat uit de Franse wetgeving volgt dat de maatschappelijke rechten van bepaalde SCI’s niet beantwoorden aan het begrip ‘onroerend goed’ voor de toepassing van het Belgisch-Frans dubbelbelastingverdrag.
Uit deze uitspraak volgt dat de inkomsten dienen te worden gekwalificeerd als ‘dividend’ waardoor deze belastbaar worden in België. Laat uw fiscaal dossier tijdig nakijken voor uw voor onaangename verrassingen komt te staan!
Contacteer LAUWERS & SEUTIN Fiscale Advocaten met al uw vragen en/of opmerkingen hieromtrent.